Johan Derksen vertikt het om zich kandidaat te stellen voor De Slimste Mens, het beeldbuiskanon van Maarten van Rossem. Niet alleen omdat zijn hippocampus niet is opgewassen tegen zoveel overpeinzingen, maar vooral omdat hij van Rossem niet kan uitstaan.

Het is één van de grootste kijkcijfermagneten op de Nederlandse televisie: De Slimste Mens. Ontzettend veel mensen genieten elke werkdag van het denkgeweld op hun kijkkast. Zo ook de lieveling van Derksen, bekend hij. “Ik merk het aan mijn vrouw. Die heeft de hele dagindeling zo ingedeeld dat ze De Slimste Mens kan zien.”

Faalangst

Johan kan het programma zelf ook waarderen. “Het is geweldig, heel Nederland zit naar De Slimste Mens te kijken. Als ik tijd heb, dan kijk ik mee en dan denk ik: ik ga er nooit van mijn leven zitten, want als je pech hebt, krijg je louter vragen die je niet kent en dan kom je als een notoire domoor over.”

Toch kampt de besnorde voetbalfanaat met een lichte vorm van faalangst. Hij ziet zijn imago al naar de gallemiezen gaan zodra hij zijn hersencapaciteiten moet etaleren. “Zo’n rebus oplossen, daar ben ik ook zo slecht in!”

Opstandige Rossom

Maarten van Rossem, het gezicht achter het befaamde programma, werd boos toen er geruchten gingen over een mogelijke opvolger. Johan kan zich niet indentificeren met deze aanstellerij. “Ik ben 74 en als John de Mol volgend jaar ofzo zegt: ‘Het is mooi geweest met die oude gek, hupsakee, terug naar Drenthe, dan kan ik daar heel goed mee leven’, maar Van Rossem wordt meteen opstandig.”

Johan noemde Maarten onlangs al 'ziekelijk ijdel'. Zijn mening is sindsdien niet veranderd. “Want die heeft zoiets van: ik wil hier blijven zitten!”

Geen Onze Lieve Heer

Johan vindt Maarten zo flexibel is als cement. “Wat Van Rossem doet is: iedereen die wat over hem zegt, maakt hij uit voor een domoor. Hij vindt iedereen dom die het niet met hem eens is. Die het politiek niet met hem eens is of kritiek durft te hebben op hem.”

Gelukkig kan Derksen zich wel bij de gebreken van Rossem neerleggen: “Zo zit de wereld niet in elkaar, want meneer Van Rossem is Onze Lieve Heer niet.”