In de stad Willemstad, op Curaçao, is maandag een 39-jarige man aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de criminele organisatie die verantwoordelijk zou zijn voor de moord op misdaadverslaggever Peter R. de Vries.

De verdachte zou binnen die organisatie een leidinggevende functie hebben vervuld. Eerder zijn al negen personen vervolgd voor hun rol in de moord. Zes van hen, waaronder de daadwerkelijke uitvoerders, zijn in juni vorig jaar veroordeeld tot lange gevangenisstraffen. De overige drie verdachten werden vrijgesproken. In alle negen zaken is hoger beroep aangetekend. Het strafrechtelijk onderzoek naar de opdrachtgevers van de moord bleef intussen onverminderd doorgaan.

De man die nu op Curaçao is aangehouden, is recent in beeld gekomen als verdachte in het onderzoek. Hij is geboren op Curaçao, maar heeft de Nederlandse nationaliteit. Sinds 2014 zit hij al vast op het eiland voor een ander ernstig geweldsdelict. Volgens een woordvoerder van het Landelijk Parket verblijft de man in de gevangenis in Willemstad vanwege een “zwaar geweldsmisdrijf”.

Het Openbaar Ministerie meldt dat de autoriteiten op Curaçao hebben ingestemd met zijn overdracht aan Nederland. Wanneer deze overdracht zal plaatsvinden, is nog niet bekend. In Nederland zal hij voorgeleid worden aan de rechter-commissaris voor verhoor.

Peter R. de Vries werd op dinsdagavond 6 juli 2021 neergeschoten op de Lange Leidsedwarsstraat in Amsterdam, niet ver van het Leidseplein. Hij verliet op dat moment de studio van RTL Boulevard, waar hij die dag te gast was geweest. De aanslag leidde tot grote verontwaardiging in binnen- en buitenland. De Vries raakte zwaargewond en overleed negen dagen later, op 15 juli, op 64-jarige leeftijd aan zijn verwondingen.

Zijn familie en partner maakten het overlijden bekend via RTL Boulevard. “Peter heeft geknokt tot het einde, maar heeft de strijd niet kunnen winnen. Hij is omringd door de mensen die hem liefhebben overleden. Peter heeft geleefd naar zijn overtuiging: 'On bended knee is no way to be free'. We zijn onnoemelijk trots op hem en tegelijkertijd ontroostbaar.”